Klassieke Theatersportgame: Waar gaan de vingers heen?

Klassieke Theatersportgame: Waar gaan de vingers heen?

Aantal spelers: 2 of meer
Duur: 1-10 minuten
Benodigdheden: vingers
Uitvragen: een locatie / een relatie

De spelers staan in een kring en spelen om beurten een korte scène met hun eigen vingers. Elke speler vouwt zijn handen ineen, met de wijsvingers naar boven. De twee wijsvingers vormen de twee personages in de scène. De eerste speler vraagt een locatie of een relatie uit waar de twee personages zich bevinden. De speler speelt een korte scène, waarbij duidelijk wordt: wie zijn de personages, waar zijn ze, en wat vinden ze van elkaar? De wijsvingers mogen vervolgens een volgende speler aanwijzen.